Cursusinhoud

Leerdoelen: 1. Aan het einde van de opleiding zijn de deelnemers zich bewust van het effect van het interpreteren van waarnemingen. 2. Aan het einde van de opleiding kunnen de deelnemers aangeven tot welke (sub)culturen zij zelf behoren. 3. Aan het einde van de opleiding kunnen de deelnemers voorbeelden geven op welke manier culturele verschillen tot uiting kunnen komen. Dit doen zij m.b.v. de theorieën van Hofstede, Van Hall, Hoffmann. 4. Aan het einde van de opleiding kennen de deelnemers het verschil tussen normen en waarden, kunnen ze aangeven welke waarden en normen voor hen belangrijk zijn en welke rol normen en waarden spelen bij het contact tussen verschillende culturen. 5. Aan het einde van de opleiding kennen de deelnemers het begrip referentiekader en zijn ze zich bewust van de invloed van referentiekaders/hun eigen referentiekader bij het contact met mensen uit andere culturen en kunnen dit ook in eigen woorden toelichten. 6. Aan het einde van de opleiding kennen de deelnemers het verschil tussen stereotype, vooroordeel en discriminatie, kunnen ze voorbeelden categoriseren en aangeven wat je er zelf tegen kunt doen. 7. Aan het einde van de opleiding kunnen deelnemers oorzaken benoemen voor miscommunicatie in het contact tussen verschillende culturen. 8. Aan het einde van de opleiding hebben de deelnemers gespreksvaardigheden en hun opgedane kennis over interculturele communicatie toegepast tijdens het onderling oefenen van het oefenen van rollenspellen met een acteur. 9. Aan het einde van de opleiding zijn de deelnemers in staat om de theorie te reflecteren aan de hand van hun eigen praktijkvraagstukken. 10. Aan het einde van de opleiding zijn de deelnemers in staat om aan te geven wat zij (van anderen) hebben geleerd en wat zij op basis van de training anders gaan doen.

In Nederland wonen mensen uit meer dan 195 landen. Dat betekent dat er meer dan 195 culturele verschillen zijn. En dan kijken we alleen nog maar naar de culturele verschillen die gebaseerd zijn op etniciteit. Kijk je in brede zin naar het begrip, dan kunnen er ook verschillen bestaan tussen noord en zuid, tussen stad en platteland en alle (sub)culturen waar je een onderdeel van uit kunt maken. En je hebt daarbij altijd nog te maken met de ander als individu. Dat maakt dat er geen kant-en-klaar lijstje bestaat met do’s en don’ts, waarmee je garantie hebt op een geslaagde communicatie. Wat wél mogelijk is, is het vergroten van je bewustzijn en sensitiviteit voor dit onderwerp. Wat neem jij zelf als achtergrond mee in de interactie met de ander en welke invloed oefen je daarmee zelf uit? Wat weet jij over stereotypen, vooroordelen en discriminatie? En wat bieden de theorieën van o.a. Hofstede qua handvatten in de interactie met andere culturen? Onderwerpen die in deze 2-daagse interactieve opleiding aan bod komen, waarin je veel in groepen werkt en met acteurs casuïstiek oefent. De opleiding sluit je af met een toets. Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Wat is cultuur nu eigenlijk? • Cultuur in beweging • Culturele misverstanden: Wat heeft jouw referentiekader hiermee te maken? Wat is de rol van stereotypen en vooroordelen? En wat kun je doen aan stereotypen en vooroordelen? • Omgaan met andere culturen: inzicht in de ander krijgen m.b.v. de cultuurdimensies van Hofstede en handvatten zoals het TOPOI model.

Voor wie?

Boa’s werkzaam in domein I - De opleiding is bedoeld voor iedereen die werkzaam is als boa in Domein I (openbare ruimte).

Voor deelname aan deze PHB module is een BOA getuigschrift of aanstelling als buitengewoon opsporingsambtenaar vereist. Opleidingsniveau: MBO-3.

Cursusduur en -tijden:

15 contacturen.